Research stories

MH17

Hoe de MH17-daders wel berecht kunnen worden

door Cedric Ryngaert, hoogleraar internationaal recht –

 

Een eventueel proces tegen de MH17-daders kan niet in Nederland, betoogt Prof. Ferdinandusse in ‘MH17-proces wordt erg lastig in Nederland’ (NRC 20 januari 2016). Artikel 552y van het Wetboek van Strafvordering vormt volgens hem een obstakel, omdat het verhindert om in Nederland voor niet-Nederlandse slachtoffers gerechtigheid te krijgen. Mij lijkt dat inderdaad het geval. Maar de wetgever kan deze bepaling vrij eenvoudig wijzigen of zelfs schrappen en is dat ook van plan.

 

De meer interessante vraag is of het überhaupt een goed idee is om de vermoedelijke daders – voor zover ze ooit geïdentificeerd worden – in Nederland te berechten, nu de Veiligheidsraad er in juli 2015 niet in slaagde een internationaal tribunaal op te richten.

 

Ik ben het met Prof. Ferdinandusse eens dat het Internationaal Strafhof geen goede optie is, vooral omdat het internationaal strafrecht, anders dan het nationale strafrecht, het concept ‘roekeloosheid’ niet kent (vermoedelijk waren de daders ‘roekeloos’ in het afvuren van de Buk-raket en hadden zij niet het opzet om de MH17 neer te halen). Gezien de politieke spanning in Oekraïne, met name de anti-Russische hetze, lijkt een berechting daar mij evenmin opportuun.

 

Nederland komt daardoor onvermijdelijk in beeld: het grootste deel van de slachtoffers heeft de Nederlandse nationaliteit, Nederland heeft het veiligheidsonderzoek uitgevoerd en leidt het joint investigative team, de Nederlandse strafwet maakt berechting voor moord mogelijk, zelfs in de fysieke afwezigheid van de dader, en Nederland staat internationaal bekend om zijn onpartijdige en onafhankelijke rechtspraak.

 

Nederland lijkt me zonder meer in staat het MH17-proces tot een goed einde te brengen. Maar het is raadzaam ook andere landen te betrekken bij de berechting, zodat het proces aan legitimiteit wint. Zo zou de rechtbank kunnen bestaan uit deels Nederlandse en deels buitenlandse rechters. Het benoemen van een rechter met de Russische nationaliteit lijkt me daarbij geen overbodige luxe. Dit verhoogt de kans dat Rusland zal samenwerken met tribunaal, wat de bewijsvergaring en de mogelijke uitlevering van de verdachte(n) betreft.

 

Want het is de Russische onwil om samen te werken die de Achilleshiel is van elk denkbaar MH17-tribunaal. Voor een dergelijke constructie is weliswaar de aanneming van een specifieke wet noodzakelijk, maar dit kan snel gebeuren wanneer hiervoor politieke wil is. Cambodja en Senegal hebben eerder al dergelijke wetten aangenomen om internationale misdaden te berechten, en dat is de legitimiteit en internationale zichtbaarheid van de daar gevoerde processen erg ten goede gekomen.

 

Lees meer

Rusland, Oekraine en de MH17: opties om de verdachten te berechten

Waarom de meeste oorlogsmisdadigers ongestraft blijven: een artikel van masterstudent Internationale Betrekkingen Annabelle Poelert op De Focus

Blog van het Utrecht Centre for Accountability and Liability Law

ECHR-blog (the European Convention on Human Rights and Fundamental Freedoms)